1. Bloedsuiker Meter: Leest de teststrepen en toont de bloedsuikerc concentratie.
2. Bloedsuiker Strepen: Strepen om de glucoseconcentratie in het bloed te meten met de bloedsuiker meter.
3. Code Chip: Calibreert automatisch de meter met het codenummer wanneer deze wordt ingevoerd in de streepenslot.
4. Prikapparaat: Wordt gebruikt met steriele lancetten om de vingertop te prikken voor bloedmonstername. Het verpakte prikapparaat heeft verschillende dieptestellingen, waardoor gebruikers de diepte van de steek kunnen aanpassen en ongemak minimaliseren.
5. Steriele Lancetten: Worden gebruikt met het prikapparaat om een bloedmonster af te nemen. Steriele lancetten worden in het prikapparaat geplaatst bij elke bloedafname en na gebruik weggegooid.
6. Gebruikershandleiding: Geeft gedetailleerde instructies over het gebruik van het bloedsuikermetingssysteem.